|
De noodklok in mijn bloed
voert naar een kerkportaal.
Wat wijwater
onschuldwater van mijn fondanten jeugd.
Met zijden linten in mijn haar
wit in processiepas
langs vrome lui met zangbril op.
(God torende in orgelklank).
Opsteekkaars en bidstoel
nu houvast voor mijn zoeken.
Kalm wordt het middaglicht
met engelen van glas-in-lood
en eeuwige pilaren
|
Reactie geven op dit gedicht? Klik hier !
|
De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
|