|
Het zand kruipt
tussen je tenen.
Op jouw handdoek lig je,
strand van geluk.
De lucht is van bladgoud,
de zon van karamel.
Een lach kleedt zich uit,
naakt volmaakt.
Het zijn jouw woorden,
ze laten de zee van zijde zwijgen.
Eb en vloed bestaan niet.
De toeristen weten niet dat het er is,
niet in de brochure aanwezig.
De klok ligt ergens onder het zand
begraven.
Later, pas later pak ik een schep,
maar nu nog niet.
Geniet.
|