Hij pist in het schijnbare niets,
en graait in dit donker
naar de glibberige waarheid,
in de vorm van een boom
Hier vind hij steun
in een draaiende wereld
Hij zucht van verlichting,
terwijl duizend mieren verdrinken, en
Naamloos vergaan in de onverschillige stroom
van een jonge, dronken God