|
Al dagen doe 'k geen oog meer dicht
de slaap moet sneuv'len voor een 'plicht':
"Je schrijft maar eens een fraai sonnet,
die haiku's zijn nu níet aan zet!"
Het metrum valt mij echt niet licht,
en jamben? Neen, m'n denken zwicht:
de fantasie wordt zwaar geplet
door 't veel te strakke taalkorset.
Maar ach, mij treft geen enk'le blaam
wanneer de pen slechts onzin braakt;
sonnet en ik, we gaan niet saam!
En daarom: deze jongen staakt
(sonnetten smijt hij uit z'n raam)
totdat zijn pen weer haiku's maakt.
|