|
balancerend op eerste zonnestralen
haarfijn gesponnen door kieren van een rolluik
vraag jij mij hoeveel latjes er zwemmen
in ogen die proberen te kijken: barnsteen-
kleurig de omkadering van beelden die jij vindt:
blinkend schuim, helder wordend zuid in 't zuid
- anijssmaak wekken smaakpupillen en ook
proef je citroen, lichtjes gesuikerd onder
het blikveld van wimpers
de stoel groeit uit zijn schaduw 't bed
en al je vingers glanzen wit
als zijn zij anders niets dan slechts
vlekkeloos marmer - waarmee vergelijk ik jou? –
jouw ogen, mond en ook je lach:
een venetiaans masker van de nacht
waarin alles vertrouwd is tot voorbij de kamer
waar wij verder zien, hemelhoog
tot licht ons verstopt
sunset 16-08-2012
|