|
Nee, verheffend was het niet
maar ik luisterde
als naar het ontluikend talent
in de suites van Artis.
Het zong door de vensters
die open stonden voor wie wilde horen
hoe Wolfgang lief werd verkracht
achter het ene, wijl
vanachter een ander
meeslepend langzaam crescendo
de Urlauten kwamen
van die tussen man en vrouw.
Toen ook nog een servies
doorbrak en rinkelde
als het allegretto van de zesde
van Dmitri Sjostakovitch
wist ik beslist ( toegegeven
pathetisch):
laat mij thans sterven
reik de viool, ik wil strijken!
Maar ach nee, laat maar. Muziek?
Het vloeit hier als honing
door alle kieren en gaten.
|