De vos
eindelijk had boer Teun de vos gevangen
en gebonden aan de kastanje op het plein
wij eromheen, jochies met kiezels en twijgen
vol bewondering om de rode vacht
keken wij toe en langzaam verdween de zon
achter een schuur
tot de knechten verschenen, moe van het land
en zin in verzet het beest vertrapte met hun
klompen vol klei, die met een beet
in de dij van een boerenzoon wraak nam