hoe de pendule de kamer doorkroop en ik nog jongen de schoorsteenmantel zag als een marmeren zerk
de westminsterslag een opleving gaf om vervolgens de zondagmiddag in stilzijgen te verliezen
mijn ouders dronken koffie en kletterden met lepeltjes oma schurkte in haar jurk
aldus liep ik de gang op en bekeek een geborduurde nachtwacht
|