|
Heel d'r leven was 't feest: 't werd gevierd,
maar een bruidegom werd er versierd
door d'r ouders voor haar
en ze zuchtte: 'Wat naar:
door die vent raak ik uitgeplezierd.'
De vrouw werd gedwongen in Londen
te trouwen. Ze zei onomwonden:
'Ik trouw niet, maar wantrouw,'
waarna met een spantouw
het paar in de echt werd verbonden.
Hardhandig (wat niet werd geschuwd)
werd ze 'n huwelijksboot ingeduwd
die wel schipbreuk moest lijden.
Ze zei na het scheiden:
' 'k Ben blij, dat ik uit ben gehuwd!'
|