|
Waar moet het heen vragen veel ouderen zich wel eens af wegens de stroomversnelling der veranderingen. Het is voor zeer veel grijzen niet bij te benen. Voorheen kocht je gewoon een buskaartje bij de chauffeur, nu gaat de nog niet eens zo lang bestaande strippenkaart er alweer uit en moet men een ov-chipkaart bezitten. Dat ding schijnt ook geldig te zijn voor reizen per trein, dat wil zeggen als de chip voldoende poen bevat.
Nota’s voor water, gas en energie worden je opgedrongen via internet. Het is al bijna een verplichting een computer te bezitten en er ook mee om kunnen gaan. Dat is voor veel ouderen toch heel lastig, zij zijn nog gewend te betalen vanuit de portemonnee.
Treinen rijden nauwelijks nog op tijd in tegenstelling tot vroeger en het lamleggen van treinverkeer door gevallen bladeren verbaast de ouderen zeer, want dat kwam voorheen nooit voor. Toch vallen er al heel veel jaren bladeren van de bomen. Personeelsgebrek is de oorzaak want de spoorwegen zijn in handen van lieden die als doel slechts geld verdienen hebben. Onderhoud kost geld, dus dat laat men zo veel mogelijk achterwege, zelfs als dit de reizigers in gevaar brengt.
De ouderen die nog autorijden worden gehoond, zelfs uitgescholden voor randdebiel en erger omdat ze niet altijd op topsnelheid rijden. Er gaan zelfs stemmen op om een leeftijdsgrens vast te stellen voor het rijden met de auto. “Ze zijn een gevaar op de weg”, wordt er geroepen, maar het blijken jongeren te zijn die voor de meeste ongevallen verantwoordelijk zijn.
Ga als grijsaard de supermarkt binnen dan wordt er in geen tijd een winkelwagen tegen je achillespees gereden. Er volgt vaak geen excuus, wel een nijdig gezicht omdat er weer zo’n langzame ouwe zak in de weg loopt. Bij de kassa krijg je als grijsaard nauwelijks de tijd het wisselgeld in de portemonnee te stoppen en de boodschappen bijeen te rapen.
Dit alles is al heel vervelend, ofschoon veel ouderen zich er kranig tegen verweren. Andere zaken die anders geworden zijn dan vroeger hakken er meer in, zoals familiebezoek. Was het in onze jeugd normaal dat je in het weekend even opa en oma(opoe) opzocht, in de huidige tijd is het vaak maximaal als kleinkinderen hun grootouders bezoeken op hun verjaardag. Vergeten is alle zorg en bezorgdheid van de grootouders voor- en over de kleinkinderen.
Ging men voorheen zonder aankondiging en/of uitnodiging op verjaarsvisite bij zowel familie als bekenden, nu wordt veelal een tijd vastgesteld als start voor het welkom. Het ergste is wel dat je een uitnodiging ontvangt, schriftelijk op papier of per e-mail, waar dan ook nog een “Cadeautip”op vermeld staat, dat is steevast een envelopje! Geld wil men, geld, het cadeau zoekt me zelf wel uit.
Welwillend en glimlachend accepteren wij oude grijze wolven alles omdat “het nu eenmaal zo gegroeid is”.
|