|
Het hek is anders en de ramen
hebben een nieuwe kleur. Toch
heeft de kastanjeboom nog haar
eigen excentrieke geur.
Ik slenter door de steeg, ontwijk
stukjes puin. De sporen van mijn
oude skelter zie je nog in de tuin.
Het oude erf daar gooide ik altijd
mijn bal op het balkon. Mijn vader
zie ik een boek lezen en genieten
van de zon.
Mijn slaapkamer waar vandaan ik de
buurmeid pestte met steeds een
nieuwe streek. En waar ik op latere
leeftijd toch opeens geheel anders
naar keek.
De buurt, de straat en vooral mijn
ouderlijk huis, mijn eigen Gooise
matras. Het verdwenen voetbalveld,
ik ruik zelfs nog het gras.
Vergane glorie, nostalgie geschreven
met een fluwelen pen. Het heeft mij
gemaakt tot wie ik ben.
|