|
wat kan mij het bommen ik brom zei de beer gewoon omdat dat mij zo uitkomt
en de nozem nam de non achterop de brommer, daarna reden ze weg regelrecht de zevende hemel in waar Cornelus op ze wachtte met een borrel in z'n hand
god hoorde ze niet brommen gelukkig was het zondag en was de heere met z'n heirscharen een dag naar het strand
|