Melly wil wel weer, maar ik kijk wel uit.
Ze is nu in Limmen met haar derde cursus bezig en iedereen zegt, zegt
ze, dat ze sterk aan het veranderen is, 'aan het deprogrammeren'. Door
de telefoon roept ze continu 'Yes, we can'. Zou het? Ik kan niet goed
tegen dat nieuwe positivisme van haar. Ik zie dat binnen de kortste
keren in het tegendeel omslaan. Dan is ze weer Melly de Somberaar die
voor ons tuinhuisje op de stoep zit naast de hoge melkbus van De
Dageraad. In die lange grijze jurk van haar een denker van Rodin,
verstrooid spelend met haar passer. Toen al de hoofdingenieur van haar
eigen leven. Eind vorig jaar heb ik de duimstok losgewrikt die ze
opengevouwen op het huisje vastgespijkerd had. Haar lievelingsformule
E=mc² heb ik gelijk ook maar wit geschilderd.
Het gaat echt niet meer. Er is te veel gebeurd. Ze werd steeds
gekker. Ze ging gedichten maken enkel met behulp van de bijzondere
tekens van het toetsenbord. Urenlang moest ik naar haar diep gravende
duidingen luisteren. Ja, het ging echt niet meer. Ze wilde geen
professionele hulp. En had ze maar berust in de scheiding, maar ze ging
er dwars tegen in. Ze stalkte me, ze jammerde zachtjes bij het
krantenrek als ik in de buurtsuper afrekende. Bij Jan en Alleman
klaagde ze over mij. Ik verzocht de rechtbank zelfs om een straatverbod
maar trok dat in toen ze in Limmen naar haar ware zelf of zoiets ging
delven. Of waren de postzegels op? Dat kan ook.
Genoeg hierover. Vandaag toer ik de Achterhoek door. Al die sores
met M.M. ben ik even kwijt. Ik banjer op mijn gemak door het
vestingstadje Groenlo en waan me even in de Tachtigjarige Oorlog. Op
een terras zak ik onderuit en tegen de middag ga ik op huis aan. Dan
zie ik dat er net een greppel gegraven is langs de Oude Calixtuskerk.
Mijn jachtinstinct ontwaakt. Ik loop er onopvallend traag langs, ik
inspecteer zogenaamd de hagioscoop waardoor leprozen vroeger de heilige
handelingen binnen konden volgen. Zal ik een pijpenkop vinden die ik
nog niet heb? Een loden pelgrimsinsigne? Interessante scherven? Een
meegegeven sieraad misschien? En dan glinstert in de opgeworpen aarde
mij iets tegemoet. Ik hurk met bonzend hart en pulk het los.
Na Grolsch in Groenlo
een ommetje om de kerk
en ik vind een tand.
Midden in dit mijn leven
raak ik aan de strenge dood.
Ik verstijf met dit stoffelijk overschot van misschien wel een
middeleeuwer in mijn hand. Bedoelde Huizinga dit met zijn historische
sensatie? Ik hef de tand op om hem nog beter te bezien en dan hoor ik
hoog en schril een vrouw lachen. Ik ken die stem. Toorn trekt door mij
heen. Ik zie haar echter niet en ik wil haar ook niet zien. Maar
kennelijk is die vervloekte Melly Melencolia niet te ontlopen. Ik heb
levenslang.
Naschrift: ik experimenteer met omzettingen. Ik deed onlangs mee met
een wedstrijd en schreef een verhaal. Bij het inzenden bleek me dat het
een gedicht moest zijn. Dus maakte ik van mijn verhaal een gedicht. Nu
kom ik met tanka proza: ik schreef vandaag vanuit een bestaande tanka
dit verhaal. Dit is mijn inzending voor Trouws Schrijf je in de krant / december 2009. Zie http://www.trouwcommunities.nl/schrijf/je-in-de-krant.html?entry=726
Thema is: Mijn Ex. Je kunt tot eind november inzenden. De als beste
uitverkoren vier verhalen worden op de maandagen in december in de
krant gepubliceerd. Dat is je beloning.