|
Abel Staring - 00:18 12-03-2009 |
|
|
Van alle kanten nadert de ongewenste winter
Rillend loop ik door het aangeslagen bos
Alle twijgjes van de kale berk glinsteren van de regendruppels in tegenlicht.
Even sta ik stil bij deze levende ets van een wereld gereduceerd tot lijnenspel. Haarscherp komen structuren aan het licht. Bij mij daarentegen geen glinstering, geen heldere lijnen. Veel is diffuus en mijn betere ik speelt het liefst verstoppertje.
Bij mij schommelt het almaar van slechter naar beter naar slechter. Eentonig als de vraag van de opticien: beter of slechter?
Ic was in mijn hoofkijn om cruyt gegaen Ic en vanter niet dan distel ende doorn staen
Van zo'n inspectie wordt een mens niet vrolijk. Nog altijd maak ik kennelijk de balans op ten overstaan van het Alziend Oog op de prent van "De breede en de smalle weg". Die hing boven de schoorsteenmantel in mijn ouderlijk huis.
Vanuit de hoge hemel koekeloerde dat oog door een driehoekig kijkgaatje regel- recht naar mij. Dag en nacht. "Mijn oog zal op u zijn", dat nam ik letterlijk.
In deze herfst keert het verleden op zijn schreden terug. Nooit is het helemaal
weg geweest en nu is het weer alle dagen bal. November is toch wel de wreedste maand. De doden lopen in en uit. Ze zwermen de zalen van het geheugen door, rakelen mijn daden op en draaien zelfs pesterig bandopnames af. Juist van
cruciale momenten. Waarom stop ik mijn oren niet vol met was, waarom negeer ik ze niet? Toch nog bang, toch nog maar half gekerstend ?
Te land, ter zee en in de lucht roeren de doden zich in hun ongemakkelijke graven.
Aandacht willen ze. Ze willen dat ik voor hen een lichtje aansteek in de nacht, hier in dit godvergeten oord waar ik beland ben met mijn dochtertje, met Mirjam.
Ze is vernoemd naar Mirjam Mendels uit de Piet Heinstraat, nummer 39. Op 10
september 1943, een dag voor mijn geboortedag, werd zij zestien maanden oud gewist. Moge haar ziel gebonden zijn in de bundel der levenden. Maar wat weet ik eigenlijk van haar? Alleen maar een adres, de data van haar kort bestaan,
geboorteplaats en plaats van uitwissing. Waarom raakt ze me zo? Toeval? Dan toch het toeval van een lot in mijn buurt, een lot dat mij ontging door het toeval van mijn geboorte.
Mijn Mirjam is ondernemend. Pas nog probeerde zij hier in Picardiƫ de maan uit de
vijver te vissen en gisteren riep zij mij in het holst van de nacht van zaterdag op zondag.
- Pappa, kijk, de maan vannacht is een heel groot oor. - Rechteroor, het oor van Schuilevink dat minder wordt. Maar huilt een kind, dan vindt het absoluut gehoor.
Beneden gekomen zie ik het oor doodgemoedereerd in zonlicht baden. Mijn hoofd herhaalt almaar ons gesprekje. Ik vind mezelf niet eerlijk, ik vertel m'n dochter sprookjes. Met een ruk trek ik de gordijnen dicht.
Om het oud woonhuis hoor ik populieren nog uren lispelen. Vox populi. Een eindeloze litanie van namen uit de grote volkerenslag. Ik weet niet waar die indachtig makende wind vandaan komt. Een vreemdeling en bijwoner ben ik hier.
Met hoofdpijn sta ik op, ik ga maar en ben. Mirjam neem ik mee.
De bietencampagne is nog in volle gang. Half in het donker glibberen we naar boven. In het vroege licht strekt zich een wijde vlakte uit. Vals plat waar een man op de
eerste y-splitsing opgesteld staat. Mirjam trekt aan mijn mouw, we houden onze pas in, ze wil weten wie hier doodstil wacht.
Zij brengt mij in verlegenheid. Het zweet breekt me uit. Ik brabbel maar wat: die man stak zijn kop boven de bieten uit, dat had ie niet moeten doen, hij zocht
het hogerop en toen hebben ze hem lam geslagen aan de haak.
Zij kijkt mij onbegrijpend aan, alsof ik Chinees spreek. Wat moet ik doen? Dit land ligt braak maar ik wil haar niet belasten. Na vijf minuten stilte kom ik met
een vondst: "hij daar was het jongetje dat alles goed wou maken". Mirjam begint te huilen.
Die ene man wit gemaakt met rossig haar staat in de weg
Opgeheven hangt hij daar onbegrepen beeld te wezen
Mirjam huilt en huilt, ik sla mijn armen om haar heen, onhandig troost ik haar en uit mijn ooghoek word ik hem gewaar. Het is alsof er leven vaart in dode ogen.
Allerzielen 2008
|
|
|
Reactie gegeven door lexx - 15:21 12-03-2009 |
|
|
|
goed stuk.
|
|
Reactie gegeven door milou - 12:49 12-03-2009 |
|
|
|
Ja nu ik het in zijn geheel lees, merk ik ook andere accenten.Mooie verwijzing naar de Middel-Nederlandse litertuur 'Ic was was in mijn hoofcijn om cruyt gegaan',
om de onzuiver balancerende geest te illustreren: het opticiens 'beter-slechter'.November is de wreedste maand, hier in tegenstelling tot 'April is the cruellest month'
van T.S. Eliot. De doden spoken vrij rond,ook doden waarvan we alleen de naam kennen, die hoe dan ook verbindingen maakt, een eigen leven leidt tot onze dood.
Ik licht er nog even 'cruciale' momenten uit, om te wijzen op de komende crux.
Voor de rest blijft mijn eerste lectuur haar waarde behouden. Ik vind dit een zeer indringende tekst, met zeer treffend taalgebruik, die in zijn beknoptheid zoveel zegt over polariteiten als vader/dochter, realiteit/sprookje, vrijheid/gebondenheid, mens/goddelijke....met veel aandacht gelezen.
groetjes milou
|
|
Reactie gegeven door Abel Staring - 07:16 12-03-2009 |
|
|
|
De eerste versie die je las, was het laatste stuk
van dit geheel. Ik vond zo'n fragment toch te lapidair.
Voor de interpretatie is de datering van belang:
Allerzielen 2008.
Groet van Abel
|
|
Reactie gegeven door milou - 00:47 12-03-2009 |
|
|
|
nu lees ik ineens een andere versie, vreemd.
groetjes milou
|
|
Reactie gegeven door milou - 00:44 12-03-2009 |
|
|
|
Roept zoveel op dat voor mij niet onmiddellijk te plaatsen is. De driesprong -Y-vormig- altijd een plaats voor doodslag en herdenking.De Christus-figuur speelt hier ongetwijfeld een centrale rol.De brutale doodslag door het volk, krijgt door je inside-verzen (gecursiveerd),toch nog een zin, anders was het gebeuren in zijn botte wreedheid onbegrijpelijk voor een kind.
Je moet de sprookjesvorm hanteren om zin te geven, de naakte feiten zijn zinledig.
De situering in bietencampagnetijd is mij een raadsel, hoewel ik in zo'n hoop bieten langs de weg, in Stampersgat bvb, een soort schedelberg kan zien.
groetjes milou
|
De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
|
|