|
jouw oceanisch groen is zoetste wijn: jij gloeit elk ruw tot een fluweel – in jou verzonken valt men geloof ik als van jou bedronken op ’t einde zelfs in zachtere gesteen;
schijn is niet helder; helder dat is schijn jij hoeft mijn rotsenmond niet te verwarmen: ’t verwelkte bladgoud in je armen kan nooit de prijs voor alles, alles zijn
hou op, wees stil: ik wil niet willen willen jij kust voor niets en ik ben al verloren in ’t wrakkig ijs opdat je mij bewaart;
wees stil en kijk: hoe donker scherpe riffen gloren in wateren die geheimvol diep de riemen storen zelfs in het lieven word je niets bespaard.
sunset 08-01-2009
|