in `t beveiligde pand
waar tijd verstrijkt
valt `s morgens niets nieuws op de mat
het kopje zegt
dat een isoleercel beperkt
je roert vluchtgedachten
door het koffiedik
schakelt daar de volautomaat op in
zeven overhemden van katoen
dertien stuks gekleurd
grotejongens-ondergoed
de trommel draait door
je wilt wel ontsnappen
maar komt er niet uit
en hunkert naar handen
welke in braille verstaan
onuitgesproken verlangens
weet af te tasten
tot diep onder de huid
doch schat
uitbreken kansloos met de loper
verstopt onder de plantenbak buiten