hij plantte een zaadje
van verlangen
in vruchtbare grond
koesterde het
voor droogte en kou
zorgzaam beschut
het groeide voorzichtig
doorstond de sei- en andere zoenen
werd trotse jonge boom
de kruin vol sappen
bruisende belofte
van schaduw en oogst
lente verraste met bloesemkroon
en zomer bracht licht
het najaar een korf vol ideeën
nu wintert hij en zaait zichzelf
in duizendvoudige
zucht naar leven
hard hout groeit gestadig