als een ijskonijn de wijk neemt houd ramen en deuren dicht
binnen is het warm en licht hij je op na een aantal sprongen
begrijp je niet waar de vorst vandaan kwam vriest je tong
vast aan zijn tong en trekt je mee door de kille witte wereld
je wilt los maar zit door diepgevroren speeksel aan hem vast
wegens geloven in ontdooiende krokusjes tot aan de poort
van bloemist avondrood die met blauwe winterhanden verdorde
kransen maakt van onvruchtbare pijnboomtakken voor de
eerste-hulp-sinterklaas in het land komt wis het doodgeboren
sneeuwbeeld want hij strooit ijspegels uit zijn grabbelzak