en toch het alles omhullende
een touw hoog in de lucht
rafels vallen door acht ronde cirkels
nog steeds van ik vluchtig terug
plaats maakt tijd mijn
dacht ik hoe naïef
het vult poriën
zonder lucht op vrij
houd het volvast
en reik de sterren los
maar plaats mijn handen
in nu alsjeblieft even niets