|
Aagje heette Ben z'n vrouw.
Terwijl ze elke zaterdag
d'r echtgenoot wat later zag,
vroeg zij zich af: 'Waar is-ie nou?'
Het was weer zaterdag. Een kennis
vroeg toen aan haar: 'Waar is je man?'
Ze zei meteen: 'Ik baal ervan;
ik zou niet weten, waar m'n Ben is.'
Die avond kwam ze vroeger thuis.
Van argwaan was de vrouw bezeten.
Zo kwam ze zijn geheim te weten:
daar zat-ie, suffend voor de buis.
|